…Waar je wieg staat…
Mijn weg naar geluk begon al in mijn vroege jeugd, met wat ik mijn “Jankverhaal” noem. Ik groeide op in een doorsnee gezin. Althans zo leek het. Alles was netjes geregeld. Volgens mijn ouders waren zij een rolmodel en ik dus ook. Goedbedoeld, maar achteraf gezien was het allemaal minder onbevangen. Sociale druk speelde een grote rol. Mijn ouders hadden hard gewerkt om hun zaken op orde te krijgen en dat werd als de norm beschouwd.
Ook in de omgang met anderen lag de lat hoog. Ik herinner me nog goed dat ik als vierjarige door mijn moeder van straat geplukt werd toen ik eens lag te rollebollen met wat buurjongens. Vechten, dat doen jongens zo nu en dan. Bij ons thuis niet – dat hoorde niet bij ons niveau, vonden ze. Het maakte me afstandelijk tot leeftijdsgenoten, je wist immers maar nooit of iets weerstand opriep of dat een conflict zou ontstaan en dat mocht niet.
….Niet vrijblijvend….
Ik was intelligent en daar moest ik gebruik van maken. Talenten kreeg je niet zomaar, die moesten benut worden. Ik vond de bassischool niet echt leuk en verveelde me rot. Stil zitten, mond dicht en luisteren was niet mijn ding. Ik was gewoon snel afgeleid en dat paste niet in het plaatje. Ik zie nog het gezicht van mijn vader als mijn rapport voldoende was maar nèt niet goed. Ik begreep zijn teleurstelling niet maar het raakte me enorm. Dus ik vertelde maar niet te veel meer. Sloot me op in mijn eigen bubbel. Ik heb daardoor niet geleerd de confrontatie aan te gaan. Of mijn grenzen aan te geven. Het voelde als ik tegen de rest.
Op de scouting werd ik behoorlijk gepest. Wederzijdse ouders zaten samen aan tafel voor het zogenaamd fatsoenlijk gesprek. Netjes blijven, weer vrienden worden, er is immers sorry gezegd. Maar de eerstvolgende zaterdag bleek dat die excuses totaal niet gemeend waren. Ik vertrouwde mensen steeds minder. Ze deden niet wat ze beloofden en kwamen er nog mee weg ook. Ik haalde zo snel mogelijk mijn insignes. Op zich leuk en leerzaam, maar zodra mijn moeder de mouwen had volgenaaid met bewijzen van bekwaamheid in van alles, ben ik gestopt met die club.
Op de middelbare school voelde ik me meer op mijn gemak. Het was er in elk geval vrijer. Ik was handig in de omgang en ik kwam ermee weg. Ik bracht veel tijd door in de kantine, omdat ik vaak uit de les werd gestuurd vanwege vermeend gebrek aan interesse. Ook hier kon ik niet stilzitten en hield ik mijn mond niet. Als er iets geregeld moest worden met leraren of de decaan, stond ik al op de barricades. Enthousiasme was – en is nog steeds – mijn interne motor.
Maar al snel werd duidelijk dat ik totaal geen inzicht had in wiskunde. Ik begreep het gewoon niet, en ondanks bijlessen lukte het me niet om het te doorgronden. Dat zorgde voor paniek, want iedereen zei dat wiskunde onmisbaar was voor elke studie, zelfs voor de rest van je leven. Ik nam een besluit: Wiskunde is niet mijn talent, studeren wordt m dus ook niet. Ik heb geen plan B en ik zal zelf iets moeten bedenken. Maar wat?
…Gewoon anders…
Ik absorbeerde veel informatie en was gevoelig voor prikkels van buitenaf. Ik was alert en had een brede interesse; alles leek me leuk. Dat maakte het lastig. Wat wilde ik nou eigenlijk? Als kind en later als puber dacht ik vaak radicaal anders dan de volwassenen om me heen. Maar hun stelligheid over hoe de wereld werkte gaf me het idee dat ze het kennelijk beter begrepen dan ik. Ik voelde er weinig bij. Niet goed, niet slecht. Voelen was toen al verder weggestopt.
Ik beredeneerde de keuzes met mijn verstand in de hoop dat ze juist waren. Een andere school, een vak leren, gaan werken in plaats van studeren. De vlucht vooruit was mijn manier om gedachten en gevoelens te parkeren. Weg van de ongevraagde en goedbedoelde adviezen van anderen. Ik deed maar wat. Ik zocht de randjes op van wat ik kon uitproberen zonder al te grote schade en conflicten. De donkerte hing toen al als een wolk om me heen. Ik wist niet beter, maar ik besefte wel dat het niet normaal was als ik om me heen keek. Ik gedroeg me zo vrolijk mogelijk aan de buitenkant.
….Op zoek naar…
Ik kon enorm blij worden van iets nieuws. Een sport, een hobby of een materieel bezit. Al op jonge leeftijd verdiende ik geld. Ik spaarde om daarna iets te kunnen kopen. Ik herinner me nog hoe trots en blij ik was met mijn eigen verdiende zeilbootje, mijn brommer, mijn gitaar, mijn auto. Het gaf me een gevoel van vrijheid en regie tegelijk. Trots en plezier dat ik graag deelde met anderen. Maar het leek alsof niemand écht geïnteresseerd was. Of ik kon de interesse die er wel was bijna niet geloven. Laat staan dat ik een compliment kon ontvangen. Dus ging ik weer alleen op weg, op zoek naar het volgende avontuur.
….Grenzeloos….
Mijn quick fix om met zwaar gevoel om te gaan was vermijden of mijzelf aanpassen. Een leraar noemde mij uit frustratie een kameleon. Dat hij het niet als compliment bedoelde begreep ik dondersgoed maar wist niet wat of hoe ik anders moest doen. Roken en drinken hielpen mij door de pubertijd. Vooral alcohol maakte me minder zwaarmoedig. Het was bij ons thuis een gewoon onderdeel van het dagelijks leven. Vooral mijn vader was grootgebruiker van beiden. Het was zijn manier om dingen te verdoven waar hij nog niet klaar mee was. Als het voor hem werkte zou het voor mij ook wel werken. De grenzeloze Bourgondiër in mij was zonder twijfel mede het gevolg van genetische belasting.
….Wat is mijn plek….
Blij. Wat is dat eigenlijk? Wanneer ben ik onbevangen blij en hoe voelt dat dan? Ik koppelde dat aan een succes(je), iets nieuws aangaan of iets bijzonders meemaken. Dat werkte best goed maar het leverde kortdurende perioden van tevredenheid over mezelf op.
….Hoogtepunten en dieptepunten…
Paste ik eigenlijk wel in het systeem – hoe dan? Het gaf mij het onrustige gevoel wat achter mezelf aan te hobbelen. Daarbij was ik hele periodes behoorlijk somber en onzeker om de verkeerde keuzes te maken. Die eigen keuzes waren bepaald niet standaard. Mijn interne besluiten waren eerder opvallend of op zijn minst afwijkend. Ik ging ooit voor zekerheid.
Zoals mijn eerste echte baan, bij de overheid. Al na drie maanden wist ik dat het niet paste. Pas 13 jaar later liet ik die zekerheid los. Vooral omdat de organisatie en ik inmiddels bepaald geen vrienden meer waren: geen promotie omdat ik niet voldoende in het systeem paste. Later sprong ik liever in het diepe en dat ging een tijd lang goed. Dat voelde dan best stoer en het gaf me een bak energie. Ik vloog op mijn enthousiasme. Het heeft me heel veel mooie afslagen opgeleverd met evenveel gave ervaringen en ontmoetingen. Ik kon ergens op mijn kop induiken. Volledig gecommitteerd en met alle passie ik in me had. Dat gold ook voor relaties. Verliefdheid was de beste brandstof voor de motor. Het energieverbruik was echter hoog. Dat eiste z’n tol bij de nodige mismatches, onhandige keuzes en de berg onvervulde verwachtingen.
…Een tandje erbij…
Ik zocht steeds intensiever naar manieren om intrinsiek gelukkig te worden. Maar de juiste groef in mijn leven leek onvindbaar. Er moest toch iets zijn, het leven was nu eenmaal geen vrijblijvende bezigheid, was me altijd voorgehouden. Harder werken, mijn vak perfectioneren, leermeesters en extra opleidingen volgen voor nieuwe perspectieven. Altijd en overal aanwezig zijn, altijd op “aan” staan. Ik werd steeds kritischer op mezelf. Die onrust in mijn hoofd, mijn lijf, mijn hele bestaan.
De paradox is dat het me ook veel moois bracht. Bijzondere mensen en loyale vrienden. Bizarre situaties en omstandigheden die ik niet had willen missen. Een heerlijk eigen gezin, mijn werk, muziek maken, mijn bijdrage aan het geheel. Alles waardevol maar veraf van wat ik zo graag wilde ervaren: onbevangen plezier en innerlijke vreugde. Altijd was er wel commentaar, een ja-maar of een voorbehoud. Daar had ik geen anderen meer voor nodig – dat deed ik helemaal zelf. Ik was een meester in zelfafwijzing geworden. De wereld is maakbaar, toch? Je kunt alles bereiken wat je wilt. Als het niet lukt, heb je gewoon te weinig focus gehad, niet genoeg inzet getoond. Niet zeuren, doe er iets aan, en door…!
….Uit de bocht gevlogen…
Mijn levensstijl was een complete uitputtingsslag geworden. Een harde reset was onvermijdelijk. Burn-out en een traject met alles erop en eraan. Gelukkig trof ik een uitstekende psycholoog. Ik leerde nog veel meer over mezelf en mijn diepgewortelde interne mechanismen. Hij sprak me aan op mijn professionele niveau en mijn verantwoordelijkheid in de relatie naar mezelf. Dat werkte voor mij. Maar toen het woord “depressie” viel en medicatie ter sprake kwam, haakte ik volledig af. Dat nooit! Ik wil scherp en alert zijn in mijn werk. Als mens en als professional zou ik falen als ik daaraan zou toegeven.
….Een nieuwe ronde….
Daarna heb ik mijn werk en leven drastisch anders ingericht. Uit de zakelijke ratrace gestapt en fysiek ontspullen. Materiele verplichtingen zo veel mogelijk afgelegd. Weer een radicale afslag in mijn zoektocht. Geen seconde spijt van, nu kon ik in rust en vrijheid mijn werk voortzetten en meer kwaliteit bieden. Nadat de stofwolken waren neergedaald bleef het innerlijk residu gelijk: een eenzaam, leeg gevoel dat ik dempte met een goed glas wijn. Ik was mijzelf zo zat! Doodmoe van mijn eigen cirkelredenaties, verhalen en herhaalde mentaal-emotionele stormbaan. Ik wist het nu zeker: Verborgen depressie. En al heel lang. Met alle pieken had ik mijn dalen effectief gecamoufleerd.
….Het taboe…
Nooit had ik hier ècht met iemand over gesproken. Soms wat flarden en dan snel weer door. Ik vond het zelf nogal een Jankverhaal. Er waren ergere dingen op de wereld. Mensen die het veel slechter hadden getroffen dan ik, in allerlei opzichten. Ik was onzeker over het oordeel van mijn vrienden en mijn relaties. Maar ik had vooral last van het oordeel op mijzelf. In een samenleving waarin succes vaak gelijkgesteld wordt aan mentale veerkracht en vastberadenheid, kon ik het moeilijk toegeven te worstelen met iets als depressie. Ik had mijn eigen Grote Taboe gecreëerd en in stand gehouden.
.…De doorbraak…
Pas veel later toen ik dit “Jankverhaal” openhartig deelde met een aantal intervisie collega’s, voelde het alsof die grote, donkere wolk langzaam wegdreef. Hun professionele reacties gaven me letterlijk weer lucht en energie. Het oordeel over mezelf vervaagde. Wat een verademing. Ik was er geen minder mens door. Geen slechtere coach, maar eerder beter, completer, meer heel. Ik wist dat mentaal wel, als concept, maar nu voelde ik het ook. Dat zo voelen was nieuw voor me. Langzaam maar zeker kreeg ik weer grip op de praktische aspecten van mijn leven en werken. Ik werd effectiever, beter gefocust en vooral oprecht tevreden als iets me lukte. Nu kan ik spontaan blij worden van iets simpels. Voor het eerst voel ik me heel, verbonden met een groter geheel. Ik kan accepteren wie ik ben en waar ik voor sta. Met alles erop en eraan.
….Vrijheid…
Mijn doorbraak kwam toen ik hardop durfde te zeggen dat ik destructief gedrag vertoonde naar mezelf en dat het zo niet langer ging. Met al mijn wijsheid, kennis en ervaring had ik mezelf slechts gedeeltelijk kunnen helpen. Had ik eerder moeten ingrijpen? Het is pas tijd als je zelf zover bent. Wat ik eerder had kunnen doen, is luisteren naar mijn signalen. De alarmbellen in de vorm van mijn destructieve gedrag. Die erkennen en bespreekbaar maken bij- en met een professional. Zo kies je wél tijdig voor jezelf. Voordat je uit de bocht vliegt. Voor het te zwaar wordt, te veel wordt, of niet langer houdbaar is. Want zolang ik op mijn manier bleef zoeken vond ik niets, alleen nog meer om te zoeken. Dat is de truc van het ego, die het liefst alles laat zoals het is. Zelfs als het niet ok is.
NB: Is depressie coachable? Ja en nee. Het omgaan met depressieve gevoelens en het doorbreken van destructieve patronen wel. Soms zijn er grenzen aan wat coaching op mentaal-emotioneel vlak kan bereiken. Bijvoorbeeld als er iets “stuk” is in je lijf of je brein. of als bepaalde biochemische stoffen ontbreken. Mijn eigen lichaam produceerde te weinig dopamine. Ik probeerde een passend middel dat mijn arts voorschreef. Het bracht innerlijke rust terwijl ik toch scherp en alert bleef. Mijn belangrijkste observatie was dat ik geen leegte en eenzaamheid meer voelde en mijn emoties beleefde in plaats van bedacht.
Is dit een reclame voor medicatie? Nee, natuurlijk niet. Het was de combinatie. De echte doorbraak kwam toen ik mijn Jankverhaal openlijk erkende en het ook opschreef. Ik stopte met verdoven en camoufleren. Het Grote Taboe uitspreken in de juiste omgeving met toegewijde professionals. Daarna kon ik mijn destructieve gedrag achter me laten en weer verdergaan. Maar nu anders.